Beleid transponders 2022 (voor wegwielrennen, veldrijden, mountainbike, baanwielrennen).
Deze memo bevat een wijziging op het transponderbeleid voor de disciplines wegwielrennen, veldrijden, mountainbike en baanwielrennen. De nieuwe regelgeving zoals hieronder vastgelegd zal ingaan per 2 april 2022.
Regel: Het gebruik van een (werkende) transponder, welke gekoppeld is aan de renner die hem gebruikt, is verplicht bij alle wielerwedstrijden in de disciplines wegwielrennen, veldrijden, mountainbike en baanwielrennen in Nederland.
De renner is zelf verantwoordelijk voor een deugdelijke werking van de transponder én de koppeling aan zijn persoon; d.w.z.:
a. Er is sprake van een lopend abonnement bij MYLAPS;
b. De transponder is op de juiste wijze aangemeld bij MYLAPS én gekoppeld aan de betreffende renner in MijnKNWU;
c. De batterij levert voldoende stroom voor deugdelijk gebruik;
d. De transponder is op de juiste wijze en plaats op de fiets gemonteerd of om de enkel gebonden bij het veldrijden en mountainbiken.
Met ingang van het jaar 2022 is per district een scanner beschikbaar waarmee de aanwezigheid en sterkte van het signaal van de transponder kan worden uitgelezen. De scanner zal bij zoveel mogelijk wedstrijden in het district worden ingezet.
NB: Ook al wordt de aanwezigheid van het signaal vastgesteld met de scanner, als de koppeling aan de persoon niet is geregeld bij MYLAPS en/of in MijnKNWU óf als er GEEN sprake is van een lopend abonnement bij MYLAPS, zal bij passage van de finishlijn de renner niet worden gedetecteerd. Het inzetten van de scanner dient te worden gezien als een service vanuit de KNWU. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Het is ook geen verplichting voor renners om hun transponders te laten controleren.
De afwezigheid van de transponder, een deugdelijk signaal van de transponder, een lopend abonnement bij MYLAPS of het ontbreken van de koppeling met de renner in MijnKNWU heeft als gevolg:
1. Een startverbod voor de renner wanneer het manco wordt vastgesteld vóór aanvang van de wedstrijd. De renner kan het startverbod opheffen door een andere (werkende) transponder te monteren. De aanwezige jury heeft daartoe transponders op huurbasis beschikbaar.
2. Indien na de start van de wedstrijd of bij het finishen blijkt dat een renner niet (meer) beschikt over een detecteerbare transponder zoals hierboven beschreven dan worden de volgende maatregelen toegepast:
a. De renner wordt alleen in de uitslag opgenomen wanneer hij bij de eerste 10 aankomenden finisht. Finisht de renner buiten de eerste 10 aankomenden dan wordt de renner NIET in de uitslag opgenomen.
b. Bij tussensprints voor premies e.d. wordt de renner wel in die uitslag opgenomen. Echter uitbetaling van de premie aan de renner vindt niet plaats. De premie vervalt aan de organisatie.
c. Elke overtreding van deze regel wordt daarnaast bestraft met een boete van € 25,- voor de eerste overtreding en € 50,- bij herhaling van deze overtreding, te innen door de KNWU;
d. Uitzondering op deze regel is een toegestane fietswissel of verlies buiten eigen schuld om (bijvoorbeeld een valpartij); wel klasseren op de juiste plaats en tijd; geen boete
e. Uitzondering op deze regel zijn meerdaagse wedstrijden; wel klasseren op de juiste plaats en tijd, maar ook boete wanneer sprake is een verkeerde en/of niet-werkende transponder op de fiets;
f. Jeugd categorie 1 t/m 7: de renner wordt alleen in de uitslag opgenomen wanneer hij bij de eerste 10 aankomenden finisht. Geen boete.